Hi mam”, hoor ik plotseling naast mij terwijl ik op mijn hurken in de tuin zit, met beide handen wroetend in de klei. Ik hijs mij overeind en voel onmiddellijk twee grote mannenarmen om mij heen waar ik even helemaal in verdwijn. “Hoi lieverd, wat gezellig dat je al thuis bent!” Ik veeg mijn modderige handen af aan mijn broek en strijk een haar uit mijn gezicht. “Zal ik thee gaan zetten?” Zonder zijn antwoord af te wachten, loop ik al door de openstaande tuindeuren richting keuken .”Ik moet je wat vertellen, mam….” ik hoor een lading in zijn woorden doorklinken.
“Jasmijn en ik hebben een kamer in Amsterdam gevonden. Over twee weken krijgen we de sleutel.” Zijn ogen kijken me afwachtend aan. Hij doet duidelijk zijn best om in te schatten wat de impact van deze mededeling op mij zal zijn. “Oh wauw Sam, wat geweldig voor jullie!” Langzaam laat ik de betekenis van de woorden tot mij doordringen. Mijn zoon gaat het nest verlaten. En dat al over twee weken. Slik. Bed mee. Kast mee. Alles mee! Kind op eigen benen. Mijn moederhart bonst pijnlijk onder mijn ribbenkast. “Gefeliciteerd lieverd.” Terwijl ik mijn armen om hem heen sla en hem stevig tegen mij aandruk, sluit ik mijn ogen terwijl ik terug geslingerd word in de tijd.
Gisteren was het, dat ik deze markante man met een lengte van 1.93 als blozende baby in mijn armen hield en dat pasgeboren hoopje mens dolgelukkig tegen mij aandrukte.
Twintig jaren vallen samen op die dag dat mijn zoon mij vertelt dat hij het huis uitgaat om zelfstandig te gaan wonen. In mijn hoofd trekt razendsnel een film voorbij. Zijn 1.5 jaar oude broer Tim die voor het eerst kennis met hem maakt. Grote verbaasde ogen en een mollig vingertje waarmee hij herhaaldelijk in het bolle babybuikje van zijn broertje prikte. “Beebie, beebie!” Sam, moe van het drinken, met zijn hoofdje schuin weggezakt en een wang nat en glimmend van zoete moedermelk, slapend aan mijn borst. Totale overgave. Uren kon ik zo zitten en naar hem kijken met een hart overlopend van liefde.
Mijn blote, bruine dreumes met zijn springerig witte haartjes, kruipend over ons zomerse Noordzeestrand. Een toet vol kwijl en zand en altijd weer die uitbundige lach van hem waarbij zijn parmantige tandjes stralend zichtbaar werden. Opnieuw moet ik slikken en zucht zacht. Zijn trippelvoetjes op de overloop ‘s morgens vroeg. Een piepende deur en even later dat kleine mannetje in zijn Alfred J.Kwak pyjama die onder het dekbed schuift om zich onmiddellijk te voegen naar het kommetje van mijn lichaam. Met zijn billetjes tegen mijn buik dommelen we samen verder. Mijn neus begraven in zijn zacht-zoete haartjes. Pure rijkdom!
Diezelfde haren transformeerden een paar jaar later naar een stoer puberkapsel waarbij de haardos met een overvloed aan gel zorgvuldig in ‘spikes’ omhoog werd gestyled. De zacht-zoete geur maakte plaats voor die van nicotine en verschraald bier en ons knus gekeuvel werd ingeruild voor pittige discussies over blowgedrag en drankgebruik.
De weg over de overloop naar mijn slaapkamer maakte hij allang niet meer. Het werd voor mij een zoektocht naar een nieuwe verhouding in de omgang met mijn kind nu hij op weg was volwassen te worden. Ik worstelde als moeder met het vinden van het juiste evenwicht tussen begrenzen en mijn zoon zijn eigen keuzes laten. Daarbij kon ik de angst voelen het contact met hem te verliezen. Een angst die gelukkig ongegrond bleek.
“Gaat het mam?” Zijn zware mannenstem haalt mij weer terug naar de keuken met de inmiddels allang afgeslagen waterkoker. Ik kijk naar hem, zoals hij daar nu staat. Mijn zoon. Volwassen in al zijn eigenheid, zelfstandig en in staat om lief te hebben en zich te verbinden. Meer heb ik als moeder niet te wensen al gaat dat voor nu even gepaard met een bloedend mamahart. “Ja lieverd, het gaat. “Ik ben heel blij voor jullie, echt, maar God, wat zal ik je ontzettend gaan missen.’
In een mist van tranen laat ik mij even in zijn armen verdwijnen.
Mijn zoon vliegt uit. Met vertrouwen laat ik hem los in de wereld. Daarbij wetende dat de hechte, volwassen relatie die wij met elkaar hebben gecreëerd altijd de basis zal blijven vormen bij dat wat nog komen gaat in die grote, ongewisse toekomst die aan zijn voeten ligt.